Een kleine geschiedenis van Almere

Adriaan
Foto 2012

Adriaan van der Zwan Boom

Lokatie Haven, Beginbos, Eksternest
Geplant 1980
Nederlandse naam Watercipres
Latijnse naam Metasequoia glyptostroboides
Coördinaten 52.350494, 5.213059

Buiten de hiërarchie om

In 1980 komt aan de rand van het Beginbos een bosschuur gereed, die later de naam Eksternest zou krijgen.

Vanuit de bosschuur wordt het groen aangeplant in het gebied Almere Haven en later ook in het zuidelijk deel van Almere Stad.

De bosschuur was één van de drie locaties in Almere van waaruit de groenaanleg plaatsvond. De eerste aanplant in Almere begon in 1972 maar tegen het einde van de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam het werk goed op gang.

Maar, bomen planten kun je maar een paar maanden per jaar. In deze periode was er vaak slecht weer en de winter van 1978/1979 was planten vanwege de vorst gedurende een aantal maanden zelfs niet mogelijk. Er werd veel overgewerkt en het plantseizoen werd langer opgerekt dan planttechnisch verstandig was. Dat bleek dan wel weer aan het aantal dode bomen in het voorjaar dat de aanplant niet had overleefd.

Gedurende de twee tot tweeeneenhalve maand planttijd was de hulp nodig van personeel dat normaliter in de landbouw werkzaam was. De bestaande bezetting van het Eksternest bedroeg zo’n 12 tot 16 personen maar dat moest tijdens het plantseizoen worden verdubbeld. In de landbouw en in het groen heeft men het juist in de andere maanden druk.

De samenwerking ging soms wel wat geforceerd. De cultuur tussen personeel werkzaam in het groen of in de landbouw verschilde sterk. Niet alleen de indeling van de schaftpauzes maar werkzaam zijn in de landbouw of in het groen is een totaal ander vakgebied.

De bossen zijn goeddeels met de boomplantmachine aangeplant. In het stedelijk gebied wordt een andere werkwijze aangehouden, maar die is niet altijd ideaal. Het liefst plant je bomen in stedelijk gebied in een speciaal plantgat waar het ophoogzand is vervangen door voedzame aarde. Bovendien ga je pas planten als de grote en zware machines voor grondbewerking en stratenaanleg vertrokken zijn. En wat je het liefste ook doet is rekening houden met de ruimte die een boom nodig heeft in volwassen stadium. Maar voor al deze wensen is vaak geen tijd, geld en prioriteit.

Een fenomeen uit de eerste fase van het stedelijk gebied is ook dat de bomen dicht op elkaar zijn aangeplant om zo snel ‘groen volume’ te krijgen. Dat is in Almere Haven gebeurd en in delen van Stedenwijk Zuid. Vanaf Stedenwijk Midden is deze politiek verlaten en zijn meer normale dichtheden aangehouden.

Het resultaat van al dit werk is dat gedurende het eerste deel van de jaren tachtig het grootste deel van het Almeerse groen, zoals we dat nu kennen, tot stand is gekomen, zowel in het stedelijk als in het landelijk gebied van Almere.
Tot de eerste gebruikers van de bosschuur behoorde groenopzichter Adriaan van der Zwan. Hij was in dienst van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders en na de eerste twee jaar vanuit kantoorgebouw De Hulk in Almere Haven te hebben gewerkt, verhuisde hij in 1980 naar de bosschuur in het Beginbos.

Samen met zijn collega’s hebben ze de naam ‘Eksternest’ voor het gebouw bedacht. Van der Zwan heeft nog meer gedaan om de entree naar de Almeerse natuur herkenbaar te maken. Hij heeft voor het gebouw een vijver laten graven. Een watercipres, die over is uit de plantvoorraad, wordt naast de vijver geplaatst.

Naam, vijver en boom maken van de anonieme kantoorruimten en de bosschuur een herkenbare plek in het groen. Bij zijn werkgever, de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, worden de wenkbrauwen echter gefronst over zoveel eigenrichting met de vijver en de boom. Het voorval zal omstandig aan de orde komen op het wekelijkse werkoverleg, zo wordt aangekondigd. Maar als het zover is, constateert de voorzitter zonder omhaal dat het onderwerp voldoende is besproken. Volgende punt!

De vijver is in 1994 gerenoveerd op initiatief van de Vereniging Groei en Bloei en dankzij een sponsorbijdrage van de ING van tienduizend gulden. Na de werkzaamheden kunnen vijver en watercipres, veertien jaar na de aanleg, officieel worden ‘geopend’. Het gebouw is dan in gebruik voor educatieve natuurlessen en Almeerse natuurclubs hebben er hun onderkomen. De vijver is bij een latere renovatie verdwenen.