Een kleine geschiedenis van Almere
Koeienweide
Lokatie Stad, Randstadreef/Vrijheidsdreef
Nederlandse naam Witte Abeel, haagbeuk
Latijnse naam Populus alba, Carpinus betulus
Gun uw stad het groen en de koe
Een opmerkelijk verschijnsel midden in de stad: een weide, koeien en een gebeeldhouwde bomengroep.
Het ontstaan van de weide en de boomgroep gaat terug tot het jaar 2010.
De bomen zijn eerder aangeplant en in het jaar 2010 gemodelleerd als onderdeel van de koeienweide die dat jaar tot stand is gekomen.
De groep bestaat uit abelen met haagbeuk als onderbegroeiing.
De abelen zijn fors uitgedund en zodanig op afstand gezet dat ze meer solitair konden uitgroeien. Daardoor kwam de haagbeuk tot z’n recht en vormden ze een ring.
Daarna hebben de koeien het snoeiwerk op zich genomen, zodat de haagbeuk mooi op stam staat en de stammen een sokkel lijken te vormen.
Ontwerp
Het verhaal van de Koeienweide gaat terug tot halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Landschapsarchitect Paul de Maar maakt in die periode een ontwerp voor het Hannie Schaftpark en (de eerste versie van) het Bos der Onverzettelijken.
Onderdeel van het Hannie Schaftpark was een koeienweide: een open ruimte die ook als zodanig bedoeld was. Hij had Arnhem voor ogen: komend vanuit het centrum is het eerste wat je ziet, na het passeren van het spoorwegviaduct, een groene weide die uitwaaiert vanuit het stedelijke gebied naar park Sonsbeek.
Zo moest het ook in Almere: vanuit het drukke stadscentrum kwam je, rijdend over de Randstaddreef, in een rustige groene ruimte, als introductie op het daarachterliggende Hannie Schaftpark, het Bos der Onverzettelijken, de Leeghwaterplas en in het verlengde daarvan het Fanny Blankers Koenpark.
De gebouwen van de boerderij en de voorzieningen waren door De Maar getekend in het parkdeel tussen de Koeienweide en de Leeghwaterplas.
Tot realisatie van het plan is het niet gekomen (wel van het Bos der Onverzettelijken) omdat op basis van een burgerinitiatief vergelijkbare voorzieningen in het Den Uylpark werden gerealiseerd
Omstreeks 1999 ontstond bij de gemeente het plan om de weide als bedrijventerrein te ontwikkelen, in het verlengde van het bestaande bedrijventerrein Randstad.
Dat zat Hans Warrink niet lekker. Hij zag wel wat in de Koeienweide, temeer daar Paul de Maar hem op zeer inspirerende wijze over zijn plan had verteld.
Warrink was lid van de Rotary Club Almere en vertelde het verhaal aan mede-lid Ineke Smidt, die later, voor de PvdA, wethouder van Almere zou worden. Zij maakte het plan tot het hare en zette het ook op de agenda van de Werkgroep Projecten in de Rotary.
In het algemeen is het zo dat veel leden in de Rotary belang hebben bij economische ontwikkelingen of de status quo van de overheid vertegenwoordigen en dat is ook zo in de Almeerse afdeling het geval. Er lag dus wel wat wrijving in het verschiet.
Smidt was ambitieus en ging door roeien en ruiten, herinnert Warrink zich. Ze regelde binnen het Grondbedrijf van de gemeente een geldbedrag en toen konden de Roterians, die positief stonden tegenover het plan, in het najaar van 2000 hun handen uit de mouwen steken. Van de groene akker werd een weide gemaakt door palen te plaatsen en het met gaas te omgorden. Rotary-lid en civieltechnisch ondernemer Reimert leverde een belangrijke bijdrage.
De weide is er gekomen, maar niet dan na een aanwijzing van een gemeentelijke stedenbouwkundige dat de palen niet rond mochten zijn maar vierkant bezaagd. Dat is veel duurder maar heeft wel een luxere uitstraling.
Het heeft nog tot juni 2001 geduurd voordat de bewoners, koeien afkomstig van de Stadsboerderij Almere, arriveerden. Omstreeks die tijd was de MKZ-crisis voorbij.
De koeien zijn Marchigiana’s, Italiaanse vleesrunderen.
Binnen de gemeente bleven er die problemen hielden met het rurale leven zo dicht bij de stad. Toen burgemeester Ouwerkerk aan inmiddels wethouder Ineke Smidt (wethouder van 2010 tot 2014) vroeg wat haar verdiensten voor de stad waren, zal hij het antwoord niet gewaardeerd hebben. Ze zei: “Koeienweide.”