Een kleine geschiedenis van Almere

Eindevandewereldboom
Tak van de Nothofagus antarctica, augsutus 2013.

Eindevandewereldboom

Lokatie Buiten, Arboretum Evenaar
Geplant 2009
Nederlandse naam Antarctische beuk
Latijnse naam Nothofagus antarctica
Coördinaten 52.406984, 5.314231

Een boom van de rand van de wereld

Op het Arboretum Evenaar in Almere Buiten staat een boom afkomstig van de uiterste rand van de wereld.

Het onderste deel van het Zuid-Amerikaanse continent bestaat uit Patagonië. Daar eindigt de wereld. Daarna heb je alleen nog ijskoude zee en Antarctica. Het land heet 'Tierra del Fuego', ofwel 'Vuureiland'. De naam kreeg het van ontdekkingsreizigers, die de bewoners zich zagen verwarmen bij brandende vuren.

Ondanks het gure klimaat woonden er dus mensen. Ze smeerden hun naakte lichamen in met vet van zeehonden om zich te beschermen tegen de ijskoude wind en de eeuwige regenbuien. Ze leefden deels van zeevruchten waarvan de achtergebleven schelpen nu hopen vormen die door wetenschappers bestudeerd worden.

De westerlingen hadden weinig met hen op. Zelfs Charles Darwin kon geen begrip voor hen opbrengen door hun levenswijze en geur, toen hij met de Beagle langs kwam.
Later kregen ze kleren en moesten ze zich wassen. Met natte kleren en koude overleef je het niet. De oorspronkelijke bewoners zijn verdwenen.

Het landschap en het klimaat zijn hetzelfde gebleven, net als de aanwezigheid van een zestal, karakteristieke boomsoorten, ondanks het ruige, onvriendelijke klimaat. Onder andere de wind is hard en bijna permanent aanwezig. Ze zijn zo sterk dat bomen gedraaid vergroeien door de kracht van de wind. Men noemt ze vanwege de vorm wel vlag-bomen.

Eén van deze aan kou en zeewind gewaagde bomen is de Nothofagus antarctica.

Notho komt van het Griekse woord Nothos, onecht; fagus komt uit het Latijn en betekent beuk. Nothofagus betekent dus 'onechte beuk' of 'schijnbeuk'. Over de hele wereld zijn er zijn meer dan vijfendertig soorten schijnbeuken.

Elders op de wereld zijn bomen van Tierra del Fuego aangeplant op plaatsen die vanwege een koude en harde wind van nature verstoken zijn van bomen. Een voorbeeld is de eilandengroep Faeröer ten noorden van Engeland.

Veel soorten van de schijnbeuk blijven in de winter groen. Dat geldt niet voor de Arctische schijnbeuk. De bladeren worden in de herfst goudgeel waarna ze afvallen. In het voorjaar bloeit de Arctische schijnbeuk onopvallend. Er worden zowel vrouwelijke als mannelijke bloemen gevormd.